Zowel de Herkenningsmakelaar (in stap 1 van GUC1 Gebruiken eToegang als dienstafnemer en stap 1 van GUC2 Gebruiken eToegang als vertegenwoordiger) als de authenticatiedienst (in stap 2 van GUC3 Aantonen identiteit) als het machtigingenregister (in stap 2 van GUC4 Aantonen bevoegdheid) dienen te controleren of het attributen betreft die voorkomen in de attribuutcatalogus. Indien dit niet het geval is dienen zij een fout met die strekking te tonen (zie Error handling) en wordt de use case niet vervolgd.