3. Vereisten voor de kwaliteit van registratie van machtigingen
Deze pagina heette voorheen Specificaties voor het beheer van bevoegdheden.
EH1 vervallen per 1-7-2021
Het betrouwbaarheidsniveau eH1 (LoA1) wordt niet meer ondersteund. De middelen en machtigingen moeten minimaal voldoen aan de normen van het betrouwbaarheidsniveau eH2 (LoA2).
Inhoudsopgave
3.1 Generieke vereisten
3.1.1 Controledoelstelling: Het machtigingenregister MOET erop toezien dat het beheers proces van machtigingen deugdelijk wordt uitgevoerd.
LoA | Vereiste elementen | Toelichting en good practice |
---|---|---|
LoA 1 2 3 4 | De machtigingenbeheerder MAG slechts geautoriseerd worden om zich te registreren en om bevoegdheden te registreren die zich op hetzelfde of op een lager niveau bevinden dan zijn eigen autorisatieniveau. | Interpretatie: In de praktijk valt op niveau LoA 1 de rol van machtigingenbeheerder en gemachtigde samen. |
De machtigingenbeheerder MOET geauthenticeerd worden voor dat hij toegang tot het machtigingenregister krijgt. | Interpretatie: In de praktijk valt op niveau LoA 1 de rol van machtigingenbeheerder en gemachtigde samen. | |
De geldigheid van geregistreerde machtigingen MOET tot een nader omschreven periode worden beperkt, waarbij een maximale geldigheidsperiode van 5 jaar geldt. | Advies: De bewaking van de geldigheidsduur kan op verschillende wijzen worden vormgegeven en hoeft niet een specifiek bewakingsproces te zijn. Bijvoorbeeld een abonnementsstructuur kan een manier zijn om periodiek de geldigheidsduur te bewaken. | |
Het machtigingenregister MOET het resultaat van een registratie of wijziging aan machtigingenbeheerder bevestigen. | Interpretatie: Bij online beheer van machtigingen door de beheerder wordt automatisch voldaan aan deze norm. Als het Machtigingenregister in opdracht van de beheerder wijzigingen uitvoert moet deze norm een specifiek uitwerking krijgen. | |
De machtigingenbeheerder MOET op ieder moment inzage hebben in de feitelijk geregistreerde machtigingen binnen zijn verantwoordelijkheidsdomein. | Interpretatie: Bij online beheer van machtigingen door de beheerder wordt automatisch voldaan aan deze norm. Als het machtigingenregister in opdracht van de beheerder wijzigingen uitvoert moet deze norm een specifiek uitwerking krijgen. |
3.1.2 Controledoelstelling: Het machtigingenregister MOET erop toezien dat de reikwijdte van de machtigingen deugdelijk wordt geregistreerd.
LoA | Vereiste elementen | Toelichting en good practice |
---|---|---|
LoA 1 2 3 4 | De tijdens de registratie van een machtiging verschafte gegevensverklaringen MOETEN bestaan uit:
|
|
De reikwijdte van de machtigingen kan beperkt worden tot één Vestiging of een Dienstafnemer. In het geval van een gemachtigde tussenpersoon of een gemachtigde derde MOGEN de machtigingen niet tot één Vestiging of tussenpersoon beperkt worden. | Interpretatie: Deze norm betreft ketenmachtigingen. Bijvoorbeeld de machtiging van een accountantskantoor kan niet beperkt worden tot één vestiging van die accountant. |
3.2 Controledoelstelling
Het machtigingenregister MOET erop toezien dat aanvragers deugdelijk geregistreerd, geïdentificeerd en geauthentiseerd zijn, en dat de identiteitsverklaringen behoorlijk geverifieerd zijn conform de betrouwbaarheidsniveaus voor het uitgegeven middel.
3.2.1 Controledoelstelling: Het machtigingenregister MOET erop toezien dat de machtigingen deugdelijk beheerd worden door de Dienstafnemer.
LoA | Vereiste elementen | Toelichting en good practice |
LoA 2 3 4 | Voor de elektronische administratie van machtigingen op betrouwbaarheidsniveaus LoA 2, 3 en 4:
|
|
Voor de niet-elektronische administratie van machtigingen op betrouwbaarheidsniveaus LoA 2, 3 en 4:
|
|
3.2.2 Controledoelstelling: Het machtigingenregister MOET erop toezien dat de machtigingen beheerd worden door de juiste Dienstafnemer.
LoA | Vereiste elementen | Toelichting en good practice |
---|---|---|
LoA 1 | Elektronisch verzoek Niet-elektronisch verzoek De Dienstafnemer MOET geïdentificeerd worden volgens hoofdstuk 2, paragraaf 2.1.3 Bewijs van verificatie van identiteit (rechtspersoon). |
|
LoA 2 3 4 | De Dienstafnemer MOET ten minste op betrouwbaarheidsniveau 2 geïdentificeerd worden op basis van een machtiging van machtigingenbeheerder. In het geval dat de reikwijdte van de bevoegdheid beperkt is tot één Vestiging MOET de identificatie uitgevoerd worden volgens hoofdstuk 2, paragraaf 2.1.3 Bewijs van verificatie van identiteit (rechtspersoon). |
|
3.2.3 Controledoelstelling: Het machtigingenregister MOET erop toezien dat machtigingen of wijzigingen uitsluitend door de geregistreerde vertegenwoordiger van de Dienstafnemer aangevraagd kunnen worden.
LoA | Vereiste elementen | Toelichting en good practice |
---|---|---|
LoA 1 2 3 4 | Elektronische verzoeken: De machtigingenbeheerder MOET geauthenticeerd worden op basis van zijn middel uit het stelsel en in overeenstemming met het toepasselijk betrouwbaarheidsniveau in het machtigingenregister. |
|
LoA 1 | Niet-elektronische verzoeken: De machtigingenbeheerder MOET geauthenticeerd worden volgens de vereisten in paragraaf 2.1.3 bij LoA1. Specifieke uitzondering: machtigingenbeheerder hoeft niet opnieuw een kopie van zijn identiteitsdocument op te sturen in het geval dat het machtigingenregister hem/haar anderszins kan identificeren. |
|
LoA 2 | Niet-elektronische verzoeken: De machtigingenbeheerder MOET geauthentiseerd worden volgens de vereisten van paragraaf 2.1.3 bij LoA2, plus en een van de onderstaande verificaties van een kopie van het identiteitsdocument.
Bij herhaalde verificatie in het register voor gestolen of vermiste identiteitsbewijzen, hoeft de machtigingenbeheerder, zolang het identiteitsdocument niet verlopen is, niet opnieuw een kopie van zijn identiteitsdocument op te sturen. |
|
LoA 3 | De machtigingenbeheerder MOET geauthenticeerd worden volgens de vereisten van paragraaf 2.1.3 bij LoA3. Naast het voorgaande MAG het Machtigingen register NIET een andere alternatieve procedure gebruiken. |
|
LoA 4 | In aanvulling op LoA 1 2 3 4 - Elektronische verzoeken. De machtigingenbeheerder MOET de aanvraag elektronisch ondertekenen met een gekwalificeerde handtekening. Niet-elektronische verzoeken: De machtigingenbeheerder MOET geauthenticeerd worden middels de alternatieven genoemd in paragraaf 2.1.3 bij LoA4. Naast het voorgaande MAG het Machtigingen register NIET een andere alternatieve procedure gebruiken. |
|
3.3 Controledoelstelling
Het machtigingenregister MOET bewaken dat de kwaliteit van de verlenging van machtigingen dezelfde is als bij de eerste registratie.
LoA | Vereiste elementen | Toelichting en good practice |
---|---|---|
LoA 1 | De machtigingenbeheerder MOET ten minste op betrouwbaarheidsniveau LoA 1 geauthenticeerd zijn. De betrokkenheid van de machtigingenbeheerder bij de Dienstafnemer MOET ten minste op betrouwbaarheidsniveau LoA 1 ingeschaald zijn. |
|
LoA 2 | De machtigingenbeheerder MOET ten minste op betrouwbaarheidsniveau LoA 2 geauthenticeerd zijn. De betrokkenheid van de machtigingenbeheerder bij de Dienstafnemer MOET ten minste op betrouwbaarheidsniveau LoA 2 ingeschaald zijn. |
|
LoA 3 | De machtigingenbeheerder MOET ten minste op betrouwbaarheidsniveau LoA 3 geauthenticeerd zijn. De procedure om de betrokkenheid van de machtigingenbeheerder bij de Dienstafnemer vast te stellen MOET ten minste in overeenstemming zijn met betrouwbaarheidsniveau LoA 3. |
|
LoA 4 | De machtigingenbeheerder MOET ten minste op betrouwbaarheidsniveau LoA 4 geauthenticeerd zijn. De procedure om de betrokkenheid van de machtigingenbeheerder bij de Dienstafnemer vast te stellen MOET ten minste in overeenstemming zijn met betrouwbaarheidsniveau LoA 3. |
|
LoA 2 3 4 | De te verlengen machtiging MOET ten minste geïdentificeerd worden:
|
|
3.4 Controledoelstelling
Het machtigingenregister MOET erop toezien dat intrekking- en schorsingsprocedures in overeen stemming met de juiste betrouwbaarheidsniveaus worden doorgevoerd.
LoA | Vereiste elementen | Toelichting en good practice | |||
---|---|---|---|---|---|
LoA 1 | Een intrekking MOET middels een handmatig ondertekende brief of e-mail worden verzocht. De in vereiste bij LoA 1 2 3 4 genoemde partij MOET ten minste op betrouwbaarheidsniveau LoA 1 geauthenticeerd zijn. | Interpretatie: In het proces voor schorsing (indien ondersteund) mag soepeler worden omgegaan met de authenticatie van degene die de schorsing meldt met het oog op snellere verwerking. In dat geval moet de afwijking van het normale authenticatieproces expliciet vastgelegd zijn. Advies: Het is voorstelbaar dat bij een verzoek Rechter tot schorsing of intrekking de identificatieprocedure niet conform de aangegeven vereisten kan worden uitgevoerd. Kern is dat dan een mate van zekerheid wordt bereikt over de authenticiteit van het verzoek dat overeenkomt met het juiste LoA. Bijvoorbeeld verificatie van een of meer identificerende kenmerken via een of meer andere kanalen dan waarlangs het verzoek is gedaan. | |||
Er zijn geen vereisten voor de doorlooptijd van de verwerking van het intrekkingsverzoek. |
| ||||
LoA 2 | De partijen die een intrekkings- of schorsingsverzoek van bevoegdheid mogen indienen (zie vereiste bij LoA 1 2 3 4) MOETEN ten minste op betrouwbaarheidsniveau LoA 2 geauthenticeerd zijn (zie hoofdstuk 2, paragraaf 2.1.1 en 2.1.2) | Interpretatie: In het proces voor schorsing (indien ondersteund) mag soepeler worden omgegaan met de authenticatie van degene die de schorsing meldt met het oog op snellere verwerking. In dat geval moet de afwijking van het normale authenticatieproces expliciet vastgelegd zijn. Advies: Het is voorstelbaar dat bij bijvoorbeeld een verzoek Rechter tot schorsing of intrekking de identificatieprocedure niet conform de aangegeven vereisten kan worden uitgevoerd. Kern is dat dan een mate van zekerheid wordt bereikt over de authenticiteit van het verzoek dat overeenkomt met het juiste LoA. Bijvoorbeeld verificatie van een of meer identificerende kenmerken via een of meer andere kanalen dan waarlangs het verzoek is gedaan. | |||
LoA 3 4 | De in vereiste bij LoA 1 2 3 4 genoemde partij MOET ten minste op betrouwbaarheidsniveau LoA 3 geauthenticeerd zijn (zie hoofdstuk 2, paragraaf 2.1.1 en 2.1.2). | Interpretatie: In het proces voor schorsing (indien ondersteund) mag soepeler worden omgegaan met de authenticatie van degene die de schorsing meldt met het oog op snellere verwerking. In dat geval moet de afwijking van het normale authenticatieproces expliciet vastgelegd zijn. Advies: Het is voorstelbaar dat bij een verzoek Rechter tot schorsing of intrekking de identificatieprocedure niet conform de aangegeven vereisten kan worden uitgevoerd. Kern is dat dan een mate van zekerheid wordt bereikt over de authenticiteit van het verzoek dat overeenkomt met het juiste LoA. Bijvoorbeeld verificatie van een of meer identificerende kenmerken via een of meer andere kanalen dan waarlangs het verzoek is gedaan. | |||
LoA 1 2 3 4 | Het machtigingenregister MOET verzoeken voor intrekking of schorsing van machtigingen afkomstig van de volgende partijen accepteren:
|
| |||
Een verzoek tot heractivering van geschorste machtiging MOET worden gedaan door machtigingenbeheerder of een andere wettelijke vertegenwoordiger van de Dienstafnemer die volgens de vereisten voor eerste identificatie in overeenstemming met het toepasselijke betrouwbaarheidsniveau (zie hoofdstuk 2, paragraaf 2.1.1) is geïdentificeerd. |
| ||||
LoA 2 3 4 | Intrekking MOET als volgt worden verwerkt: Alternatief 1 voor elektronische verzoeken: Intrekking MOET onmiddellijk worden verwerkt: Alternatief 2 voor elektronische verzoeken: Intrekking MOET binnen een dag na ontvangst van het verzoek worden ver werkt. |
|
3.5 Controledoelstelling
Het machtigingenregister MOET misbruik van niet-actieve machtigingen voorkomen.
LoA | Vereiste elementen | Toelichting en good practice |
---|---|---|
LoA 3 4 | De Machtigingendienst waarborgt dat het bedrijf of de organisatie de geregistreerde machtigingen actueel houdt:
|
|
3.6 Controledoelstelling
Het Machtigingenregister MOET bedrijfsdiscontinuïteit of misbruik van de machtigingen voorkomen die voortkomen uit een uitgestelde verwerking van de verzochte wijzigingen.
LoA | Vereiste elementen | Toelichting en good practice |
---|---|---|
LoA 1 | Een wijzigingsverzoek voor machtigingen MOET zo spoedig mogelijk verwerkt worden. |
|
LoA 2 3 4 | Een elektronisch wijzigingsverzoek voor machtigingen MOET onmiddellijk verwerkt worden. |
|
Een niet-elektronisch wijzigingsverzoek voor machtigingen moet binnen twee werkdagen worden verwerkt. |
|